Noor en Britt: twee dikke vriendinnen voor één plaats op het WK
Ze dollen met mekaar naast het terrein en als er een ploegfoto genomen wordt, is het er meestal één waarop de twee jongedames te zien zijn met een brede glimlach om weer één van die grollen van de andere.
Noor Debouck en Britt Rampelberg zijn gewoon twee dikke vriendinnen, die op het volleyterrein strijden om één plaats in de ploeg, want ze zijn beiden ook de libero’s van de Yellow Tigers. Ze verschillen amper dag op dag vijf jaar, maar dat kan de pret niet drukken. “Zorgen voor ambiance in de ploeg, ook als we niet op het terrein staan,” verwoordt Noor haar bijkomende opdracht in de groep.
En Britt speelt volgend seizoen een beetje onverwachts in de Amerikaanse profcompetitie bij Atlanta Vibe.
Dat ging plots snel, want begin augustus leek je een beetje ongerust dat je niet aan een plaatsje zou geraken bij een ploeg voor komend seizoen…
Britt Rampelberg: “Dat ging inderdaad supersnel. Op woensdag, met de Yellow Tigers in Maaseik, had ik nog geen ploeg. Vrijdag kreeg ik de vraag van mijn manager, oud-speler Matias Raymaekers, of ik interesse had om bij Atlanta Vibe te spelen. De dag nadien had ik hun coach al aan de lijn en op zondag was alles in orde. Ik wist ook niet dat ze in de Verenigde Staten een profploeg voor vrouwen hadden, maar ze starten dit jaar aan een derde profjaar. De competitie begint er in januari – met een voorbereiding dus in december – en ze duurt tot in mei. Ik heb dus tijd om even te recupereren na het WK met de Yellow Tigers. Nadat ik vorig jaar mijn diploma ‘Sport en bewegen’ behaalde aan het Thomas More instituut in Turnhout, heb ik nu wellicht tijd om daar een diploma ‘marketing’ aan toe te voegen.”
Atlanta is niet jouw eerste buitenlandse ploeg, maar voordien had je niet altijd geluk in het buitenland?
“Klopt. Nadat ik vier jaar kampioen gespeeld had met Asterix, waagde ik mijn kans bij het Roemeense Alba-Blaj. Ik heb er heel veel getraind onder een Servische coach, want in het stadje zelf was er echt niks te beleven. Ik begon er aan de Champions League, maar geleidelijk aan kwamen er problemen in de ploeg. Geblesseerde speelsters en het reglement dat er minstens twee Roemeensen op het terrein moesten staan, maakte dat ik soms minder aan de bak kwam.”
Bij het Franse Venelles haalde je dan weer zeer goede resultaten…
“Absoluut. We haalden zowel in de beker als in het kampioenschap de halve finales. Ik heb er me goed geamuseerd en werd er zelfs tot mvp van een match uitgeroepen. Maar einde mei sijpelden er geruchten door dat de financiële problemen groter waren dan we dachten. De ploeg ging failliet, net als Nantes, het nummer twee in de Franse competitie. Erg laat om dan nog een ploeg te vinden.”
Dacht je toen niet: was ik maar beter geen libero geworden?
“Ach, ik speelde al volley vanaf het eerste leerjaar bij Govok Gooik, waar ook mijn zus speelde en waar we Kris Vansnick als clubtrainer kregen. Nadien trouwens ook op de Topsportschool, bij Asterix en in de nationale ploeg. Ik deed het altijd graag. Ik vind het niet ondankbaar om op de liberoplaats te spelen. Je valt er misschien iets minder op en er wordt alleen naar jou gekeken als je een foutje maakt. Dat weet ik intussen ook en dus probeer ik me zo nuttig mogelijk te maken.”
Hoe kijk je uit naar het WK in Thailand?
“Na onze laatste oefenwedstrijden tegen Slovenië, trokken we tijdig naar Thailand om te acclimatiseren. Qua temperaturen was dat snel gebeurd na de zomerdagen in België. De zaal was iets minder. Maar ik denk dat we vol vertrouwen in Phuket zijn aangekomen. Onze eerste tegenstander wordt Cuba. Wegens visumproblemen konden ze niet deelnemen aan hun voorbereidend toernooi. Ze hadden aanvankelijk tien speelsters, maar nadien werd de selectie aangevuld met meisjes die nog deelnamen aan een toernooi voor -23-jarigen. Moeilijk te zeggen dus hoe de ploeg er precies zal uitzien. En wie belangrijk is bij hen.
We weten wel dat de Cubanen altijd een fysiek spel hanteren en dat ze over veel aanvalskracht beschikken, ook al omdat ze hoog kunnen springen.”
Misschien een voordeel dat ze zo laat hun selectie maakten?
“Ik denk dat wij wel op andere vlakken sterke punten hebben. Natuurlijk kunnen zij door hun late selectie wel voor verrassingen zorgen. Daar staat tegenover dat wij als ploeg toch de ganse zomer samen waren: in de VNL-competitie en de EK-kwalificatiewedstrijden.”
Slovakije kan een haalbare kaart zijn?
“Dat weet ik zo nog niet. Ook zij hebben enkele sterke speelsters in hun ploeg, bij wie er eentje nog in de Belgische competitie uitkwam. Een match moet steeds gespeeld worden. Ik acht ze ongeveer even sterk als Tsjechië, tegen wie we onze laatste VNL-wedstrijd overtuigend wonnen.”
Blijft de haast onmogelijke opdracht tegen Italië.
“De eerste twee van elke poule stoten door naar de volgende ronde in Bangkok en daar zal Italië ongetwijfeld bij zijn. Ik dacht dat zij intussen een reeks van dertig wedstrijden zonder nederlaag op hun palmares hebben staan. In de VNL konden we soms wel enkele prikjes geven, maar zij hebben zulke brede kern van topspeelsters, dat ze bij een mindere dag van een speelster, zo iemand van de bank kunnen halen om het spelniveau opnieuw op peil te brengen.”
Wat zijn dan jullie sterke punten?
“Wij hebben echt wel een lange zomer samen gespeeld: het voordeel van die VNL-competitie. We hebben een beeld van het soort spel dat we kunnen spelen en met die nieuwe jongere speelsters hebben we ook een aantal aanpassingen kunnen doorvoeren. Het vertrouwen is er, we hebben een zeer goede sfeer in de ploeg. Alleen hier en daar de foutjes er nog uithalen. Ik hoop dus dat we twee wedstrijden kunnen winnen, om dan in de volgende ronde ofwel Polen, ofwel Duitsland te kunnen ontmoeten, ook twee ploegen in volle opbouw. Je weet maar nooit dat we dan in de ‘flow’ geraken en net als in Nederland een super WK kunnen realiseren.”
Madonna
Naast Britt Rampelberg kan de Belgische ploeg op de liberopositie nog beschikken over een jongere, maar even vinnige editie van Britt, nl. Noor Debouck. Een 20-jarige spring-in-het-veld, die haar volleycarrière begon bij Vlamertinge, waar trouwens haar moeder en drie zussen mee het mooie weer maakten. Intussen werd ze drie keer landskampioen bij Asterix, waarmee ze ook vier bekers won. Als je haar vraagt waar ze ergens woont, begint ze te gniffelen. “Er wordt wel eens mee gelachen, maar ik woon in Madonna, een gehuchtje van Langemark/Poelkapelle.”
Wat zijn jouw kwaliteiten als speelster?
“Ik ben redelijk snel en ik zal het niet ontkennen: ondanks het feit dat ik gespecialiseerd ben in ‘defence’, vind ik het altijd plezierig als ik op training ook eens mag aanvallen. Op het WK hoop ik af en toe mijn steentje te kunnen bijdragen en voor het overige probeer ik te zorgen voor de ambiance in de ploeg. Met de invalsters al eens een kleine polonaise inzetten. Met iemand als Anna Koulberg in de groep, is die ambiance trouwens nooit ver weg.”
Wil jij – net als Britt – wel eens de stap wagen naar het buitenland?
“Als libero is het niet zo gemakkelijk om ergens een plaatsje te vinden. Komend seizoen wil ik opnieuw een prijs pakken met Asterix en blijf ik dus nog even thuis bij papa en mama. Maar nadien zou ik het zeker graag eens proberen. Dat moet toch ook een ervaring zijn.”
Je bent nog ‘maar’ 20 jaar en je zit in een wel heel jonge groep. Is dat geen nadeel?
“Natuurlijk is het goed en nuttig dat we een aantal ervaren speelsters in de groep hebben. Maar een aantal relatief minder bekende, maar wel getalenteerde, jongeren kan volgens mij ook een voordeel zijn. We blijven fris in ons hoofd en de coach kan steeds over een ‘nieuwe’ ploeg beschikken. Plus het grote punt bij de Yellow Tigers blijft: nooit opgeven tot het laatste punt gespeeld is. Blijven knokken voor een goed resultaat. Ik denk dat er een goede ‘vibe’ in deze ploeg zit en hopelijk kunnen we dat op het WK bewijzen door ons te plaatsen voor de volgende ronde.”
Tekst: Marcel Coppens
Foto’s: Rudy Pollé