Ref van het jaar Björn Willems: "Consequentie, eerlijkheid en menselijkheid"
De ‘jonkies’ van het jaar, alsook de coaches, de spelers en de speelsters zijn reeds aan bod gekomen in Volleymagazine. Tijd om ook de ‘scheidsrechter van het jaar’ in de spotlights te plaatsen. Al heeft Björn Willems dat niet zo graag. Liever op de achtergrond, zonder veel aandacht te trekken. Daar voelt de minzame man zich het best.
Björn Willems, vertel eens wat over jezelf, want we vermoeden dat veel mensen wel willen weten: wie is hij, wat doet hij, wat drijft hem?
Björn Willems: “Ik woon in Oostham, een deelgemeente van Ham. Net op de grens van Limburg en Antwerpen. Balen ligt maar een paar kilometer verder en dan zitten we al in een andere provincie.
We vormen een echt volleybalgezin. Ik heb mijn vrouw leren kennen via het volleybal, meer bepaald tijdens een volleybalkamp in Lombardsijde. Zij speelde bij Balen. We hebben samen vier prachtige kinderen, die spelen ook volleybal bij Stalvoc. De oudste is 17 jaar en hij is onlangs scheidsrechter geworden. We zijn streng voor elkaar. Hij, wanneer ik bezig ben. En ik, wanneer hij fluit. Ik ben zenuwachtiger wanneer ik hem bezig zie, dan tijdens de momenten waarop ik zelf op de scheidsrechtersstoel sta.
Ik ben vaak onderweg als referee en ook voor mijn werk ben ik veel uit huis. Ik ben algemeen directeur van een zorggroep in Lommel. Dat zijn 350 mensen waarvoor ik verantwoordelijk ben. Zij zijn werkzaam bij de verschillende zorgcentra. Eigenlijk moet ik toegeven dat ik weinig thuis ben. Dan is zo’n gezamenlijke link belangrijk. Die gemeenschappelijke interesses moeten er zijn om onze activiteiten en drukke agenda’s een mooie plaats te geven binnen ons gezinsleven.”
Een hoge functie als directeur en een hoge scheidsrechtersstoel. Een mooie combinatie.
“Oorspronkelijk kom ik uit Maaseik. Ik ben toevallig in het volleybal gerold. Ik was actief bij Rotem (Dilsen) en ik kende aanvankelijk niet zoveel van de volleybalreglementen. Als kapitein van de ploeg moest ik regelmatig in discussie gaan met de referee. Toen men vanuit de club vroeg wie er interesse had om scheidsrechter te worden, heb ik mij meteen aangeboden. Dan kon ik met meer kennis van zaken een dialoog voeren met de man op de hoge stoel, dacht ik toen. Dan kon ik ijzersterke argumenten naar boven halen. Snel ontdekte ik dat - wegens mijn gestalte - een indrukwekkende volleybalcarrière niets voor mij zou zijn. Dus richtte ik mij, vanaf dat moment, meer naar de functie als scheidsrechter. De taak als algemeen directeur is ook geleidelijk aan gegroeid, hoor.”
Jouw bescheidenheid siert je. Toch mag je wel stellen dat je ondertussen een knap parcours heb afgelegd. Met als voorlopig hoogtepunt: ‘scheidsrechter van het jaar.’
“Ik heb stappen gezet, dat is juist. Maar dat kon alleen maar dankzij de goede begeleiding, de ondersteuning en de medewerking die ik voortdurend gekregen heb. Die steun heeft me zo ver gebracht. En die support kwam van overal: van opleiders, van collega’s en uiteraard ook vanuit mijn gezin.
In 2010 mocht ik samen met Koen Luts en Marika Boulanger deelnemen aan een internationale cursus in Roemenië. De andere twee zijn doorgegroeid naar de FIVB. Ik blijf op CEV-niveau. De voornaamste reden is de beschikbaarheid. Wegens mijn werk kan ik mij niet voortdurend vrijmaken om aan de grootste internationale competities deel te nemen.
Toch heb ik al erg mooie topmomenten mogen meemaken. De wedstrijd in de CEV Cup met de Italiaanse topclub Modena tegen Tours Volley uit Frankrijk is bijvoorbeeld voor mij een absoluut hoogtepunt. Dan sta je daar plots tussen wereldsterren zoals de Franse topper Ngapeth, de Braziliaanse spelverdeler Bruno en de Cubaans-Braziliaanse aanvaller Leal, met de Italiaan Andrea Giani als coach. Ook na de bijzondere finale van de Belgische beker tussen Caruur Gent en Lindemans Aalst had ik een supergoed gevoel. Dat zijn blijvende herinneringen.”
Hoe word je een goed scheidsrechter en hoe verover je het respect van de coaches en de spelers?
“Ik denk - en dan spreek ik voor mezelf - dat eerlijkheid, beheersing en consequent blijven belangrijke aspecten zijn voor een goede scheidsrechter. Ook een fout durven toegeven, hoort daarbij. Dan benadruk je het menselijk aspect van een scheidsrechter. Dat overkwam mij onlangs tijdens de halve finale van de ‘Belgian Cup’.
Akkoord, er is al eens discussie. Bij een onenigheid benadruk ik telkens aan de mensen die ik bij mij aan de stoel laat komen: ‘Ik voer alleen een gesprek wanneer jullie rustig zijn’. Ik denk dat dit meer oplost, dan meteen met kaarten zwieren en zwaaien. Daar komt alleen nog meer onvrede van. Kalmte, gepaste autoriteit met een vleugje empathie. Alles op een menselijke manier aanvoelen. Dat zijn nuttige kwaliteiten voor een scheidsrechter.
Ik had het daarjuist over de steun van de collega’s. Je kan als hoofdscheidsrechter alleen maar een correcte wedstrijd fluiten, wanneer je een goed team rondom je hebt. We hebben een Whatsapp-groep en toen ik verkozen werd tot beste scheids, kreeg ik veel felicitaties. Ik heb iedereen geantwoord: ‘Dat is dankzij jullie’. Wanneer men vanuit verschillende hoeken vertelt dat je het verdiend hebt, dan vergroot dat de ‘gunfactor’, dat kan ik niet ontkennen. Ik doe het ook graag. Ik was verrast, blij en ook een beetje fier dat mijn passie gewaardeerd wordt met die verkiezing. En dan moet er liefst niet teveel ceremonie rond gemaakt worden.”
Je bekijkt alles met een gezond realisme. Sluimeren er toch nog wat ambities?
“Ik ben 50 jaar en ik heb reeds vermeld dat een FIVB-carrière wegens tijdsgebrek niet mogelijk is. Dus geen Olympische Spelen in Los Angeles of een WK in de Filipijnen voor mij. Jammer, maar ik ben blij met de weg die ik afgelegd heb. Ik geniet op mijn manier van de fijne momenten en ik ben daarbij toch vrij kritisch voor mezelf. Daarom tracht ik telkens elke wedstrijd goed voor te bereiden. Ik hou mezelf ook fit door zowat 70 kilometer per week te gaan lopen.
Weet je wat het is? Het menselijk aspect is belangrijk. Hoe ga je om met - soms - stressvolle situaties. Hoe leg je vervolgens contact met de spelers, de speelsters en de coaches. Dat zijn ook ambities die je kan invullen en voor mij is dat oké. Liever op de achtergrond, zonder te veel aandacht te trekken.
Tekst: Walter Vereeck
Foto’s: archief, Jan Vanmedegael