Kobe (VHL) en Matis Verwimp (Aalst): twee broers, één doel
Het is een scenario waar elke volleybalfamilie van droomt of juist een tikkeltje zenuwachtig van wordt. Twee broers, gevormd in dezelfde tuin, dezelfde club en met dezelfde grootvader als inspiratiebron, die elkaar nu als tegenstanders treffen op de eerste speeldag in de Lotto Volley League.
Kobe bij Volley Haasrode Leuven, Matis bij Lindemans Aalst. De kleinzonen van volleyballegende Fernand Walder, die in 1968 als speler de Belgische driekleur verdedigde op de Olympische Spelen in Mexico, schrijven woensdagavond hun eigen hoofdstuk bij. Geen familietoernooi meer op het gras achter het huis, maar een openingsmatch in een vol sportcomplex Schotte.
Wat dit duel meer maakt dan een leuk familieverhaal? De context. Kobe komt terug uit de Filipijnen van een WK-zomer met de Red Dragons, vol leergeld en grootse momenten, maar ook met minder speeltijd dan gehoopt. Matis besliste zijn eigen traject bij Aalst, zette vorig seizoen een forse stap naast Bert Dufraing en wil nu knopen doorhakken als eerste libero. Haasrode Leuven mikt op continuïteit met een breder kader en Europese ambities terwijl Aalst fors hertekende: een verjongingskuur, met veel opslagdruk en bravoure.
Kobe, Leuven opent woensdag in en tegen Aalst, de ambitieuze club waar jouw jongere broer speelt. Hoe beleef jij dat?
Kobe Verwimp: “Het is speciaal, dat mag je gerust zeggen. We hebben al vaak tegenover elkaar gestaan op training of tijdens jeugdwedstrijden, maar dit is anders. Dit is professioneel, met druk, publiek en inzet. We hebben een degelijke voorbereiding achter de rug, met een paar pittige oefenmatchen. Maar de sfeer in onze groep zit zeker goed en iedereen weet wat er verwacht wordt. We zijn klaar om te knallen.”
Matis, voor jou is het ook een weerzien met jouw jeugdclub. Wat doet dat met je?
Matis Verwiimp: “Er zit natuurlijk emotie in. Ik heb bij Haasrode Leuven leren spelen en veel van de mensen daar ken ik nog persoonlijk. Maar zodra de eerste opslag is gegeven, is dat allemaal weg. We hebben een jonge, nieuwe ploeg bij Aalst, want onze oudste speler is amper 25 jaar. Maar tijdens de voorbereiding was ik verbaasd over de aanwezige power en opslagdruk. We hebben een lange voorbereiding gehad en veel gewonnen, dat geeft vertrouwen. We gaan ervoor.”
Kobe, je komt net terug van het WK in de Filipijnen met de Red Dragons. Hoe kijk je daarop terug?
“Met een dubbel gevoel, maar toch vooral ook met trots. Ik heb niet zoveel gespeeld als gehoopt, dat klopt, maar de ervaring was goud waard. De sfeer binnen de ploeg, de intensiteit van de wedstrijden, het niveau dat je elke dag ziet… Dat tilt je als speler naar een ander niveau. De winst tegen Italië was iets historisch. Die matchbal daar, dat beeld blijft hangen. Het motiveert me om nog harder te werken, want ik wil op dat niveau blijven.”
Je stond in de Filipijnen plots tweede libero achter Gorik Lantsoght. Hoe ging je daarmee om?
“In de voorbereiding was het eigenlijk al duidelijk dat Gorik in de basis stond. Dan moet je realistisch zijn. Ik heb me gefocust op wat ik wél kon doen: het team helpen, scherp blijven, klaarstaan als ik mijn kans zou krijgen. Natuurlijk wil je spelen, maar ik heb vooral geleerd dat topsport ook omgaan is met teleurstellingen. Dat neemt niets weg van het plezier dat ik eraan beleefd heb.”
VHL haalde met Prévert, Ponsin en Olalla drie nieuwkomers in huis. Hoe sterk is deze groep in vergelijking met vorig seizoen?
“Vergelijkbaar, maar breder. Gildas Prévert brengt rust en defensieve stabiliteit. Arsène Ponsin is technisch sterk en stabiel in receptie en beschikt over een ongelooflijke sprongkracht. Adrián Olalla Gómez heeft pure power — aanvallend een wapen, maar nog wat werk in receptie. De mix is goed. Veel spelers bleven en de sfeer is top. We hebben nu echt een ploeg met verscheidene basisspelers, wat ons seizoen langer draaglijk maakt.”
Jullie stonden vorig jaar nog in de finale van de play-offs tegen Roeselare. Wat is het doel nu?
“De ambities liggen hoog. Hendrik Tuerlinckx, onze coach, zei het onlangs nog: we willen terug de Champions League in. Dat is geen loze uitspraak. Roeselare blijft natuurlijk de maatstaf, want ik denk dat zij nog beter zijn geworden met spelers als Oskar Espeland en Mathijs Desmet, maar wij willen structureel bij die top-2 horen. Het eerste doel is ons opnieuw kwalificeren voor de BeNe Conference terwijl we Europees telkens minstens één set willen pakken. Als we dat ritme aanhouden, zit er veel in.”
Matis, vorig seizoen maakte je veel progressie bij Aalst en stond je halfweg de competitie zelfs regelmatig in de basis ten koste van de meer ervaren Bert Dufraing. Hoe zie je jouw rol nu?
Matis Verwimp: “Vorig seizoen was inderdaad een kantelpunt. Rond december speelde ik zes matchen na elkaar in de reguliere competitie. Dat was het moment waarop ik voelde: ik hoor hier thuis. Onze coach, Frank Depestele, heeft me veel vertrouwen gegeven en dat is het grootste cadeau dat je als jonge libero kunt krijgen. Dit jaar wil ik dat doortrekken als eerste libero. Ik heb veel geleerd van Bert Dufraing, hij was een voorbeeld qua regelmaat, en nu wil ik die lijn doortrekken.”
Aalst heeft fors vernieuwd. Wat mogen we verwachten van deze ploeg?
“Dat klopt, want ik ben de enige speler die is overgebleven. We hebben een ploeg met veel energie. We hebben jongens die kunnen serveren als een mitrailleur (lacht). Onze Canadees Henry Rempel speelde de Tsjechische competitie op een hoopje en onze Amerikaanse hoek Gianni Camden blinkt ook uit in opslagdruk. Onze andere hoek, de Portugees Nuno Marques komt van een sterk WK terwijl Beau Wortelboer over een tricky float beschikt. We zijn jong, maar ambitieus. De club spreekt luidop over prijzen. Dat motiveert.”
Jullie stonden al eens tegenover elkaar in oefenwedstrijden. Hoe gaat dat, broeder tegen broeder?
Kobe: “Er wordt wat geplaagd, maar op een gezonde manier. Als hij begint te teasen, doe ik dubbel zo hard terug. Ik ben wat bijgelovig: ik praat pas na de match (lacht).”
Matis: “Tijdens de oefenmatch in Leuven wonnen we met 3-1, thuis werd het 2-2. Maar dat telt niet meer. Woensdag is het voor echt. En dan is er geen familie meer, alleen een tegenstander.”
Praat de familie veel volleybal aan tafel?
Matis: “Soms ontkom je er niet aan. Vooral als opa Fernand erbij zit (lacht). Dan gaat het altijd over volleybal.”
Kobe: “Hij ziet zowat elke wedstrijd van Leuven. Hij stelt vragen, is kritisch, maar altijd met de beste bedoelingen. Hij blijft een inspiratiebron.”
Wat maakt volgens jullie het verschil tussen een goede en een uitzonderlijke libero?
Matis: “Een goede libero verdedigt goed. Een uitzonderlijke maakt zijn ploeg beter. Door te praten, te leiden, vertrouwen te geven.”
Kobe: “Exact. Je kan technisch perfect zijn, maar als je stil bent, verlies je impact. De beste libero’s zijn vocaal, zien het spel en dirigeren.”
We kijken in elk geval uit naar jullie opener op woensdag. Het lijkt ons de ideale wedstrijd om te kijken waar jullie staan.
Kobe en Matis: “Inderdaad. Het zal een eerste waardemeter worden, maar ook niet meer dan dat. Winst of verlies zal de rest van het seizoen niet maken of kraken.”
De broers Verwimp in een snelle slotronde:
Waar blinkt de ander in uit?
Kobe: “Matis is technisch sterk, betrouwbaar in receptie en cool in stressmomenten. Soms mag hij net iets meer gefocust zijn.”
Matis: “Kobe is een leider, hij straalt rust uit. We hebben elk onze stijl: ik iets losser, hij compacter.”
Wie is de grootste roeper op het veld?
Matis: “Kobe.”
Kobe: “Ja, dat komt met ervaring.”
Wie is de slechtste verliezer?
Matis: “Allebei.”
Kobe: “Klopt, laat me dan maar even met rust (lacht).”
Wie viert het hardst?
Matis: “Kobe, denk ik.”
Kobe: “Mogelijk. Al hangt het af van de match.”
Wie is tactisch de slimste?
Matis: “We zijn allebei volleybalnerds."
Kobe: “Ik heb wat meer ervaring, maar hij haalt snel bij.”
Slechtste ochtendhumeur?
Matis: “Kobe, 100%.”
Kobe: “Schuldig. Eerst koffie en dan pas ben ik aanspreekbaar.”
Tekst: KH
Foto: Lotto Volley Leauge, CEV, rechtenvrij