Bonus met of zonder tonus tijdens de BeNe Cup
Het is de tijd van de bekers. In afwachting van de Belgische bekerfinales kregen we als voorbereiding op die topconfrontaties de wedstrijden om de BeNe Cup in de gezellige sporthal ‘Maaspoort’ in Den Bosch. De Belgische teams startten als topfavoriet tegen hun Nederlandse tegenstanders Friso Sneek en de Orion Stars. De gespreksonderwerpen waren echter niet zozeer de confrontaties tussen de beide landskampioenen, maar wel de impulsen die de organisatoren in dit spiksplinternieuwe evenement wilden steken. Met name het ‘BeNe Bonus Punt’, de microfoontjes bij de kapiteins en de coaches en de tien minuten pauze tussen de tweede en de derde set.
Even samengevat. De microfoontjes werden alleen bij de coaches geplaatst. Niet bij de kapiteins wegens teveel gedoe om dat aan de kledij te bevestigen. Er moet immers rekening gehouden worden met de spectaculaire acties, de flitsende bewegingen, de grondcontacten en zo meer. Bij de - veel te lange - onderbreking tussen de tweede en de derde set werden de meeste vraagtekens geplaatst. De meningen van de coaches waren duidelijk. Totaal zinloos. Daartegenover zagen de organisatoren hierin wel mogelijkheden voor commercieel interessante publiciteitsmomentjes.
Voor het ‘BeNe Bonus punt’ werd wel meer begrip getoond. Met snel geformuleerde argumenten voor en tegen deze ingreep. Het is immers allemaal te nieuw om nu reeds een gefundeerde mening te geven over de effecten die het spektakelgehalte zouden moeten verhogen. Een mooi probeersel volgens sommigen, een onnodig showpunt volgens de anderen. Een andere bal plus nog wat extra flitsende spots erbij en het zenuwslopend muziekje dat de hele fase lang afgespeeld wordt. Het volleybal wordt er niet beter van. Het heeft geen meerwaarde. Toch wel, denken een paar volleybalkenners. “Het is leuker dan verwacht”, oordeelt Iris Vos, alweer uitblinkster bij Asterix Avo. “Het zorgt voor een stimulans.”
“Puur entertainment, lekker uitvergroot ”, vertelt Hendrik Tuerlinckx, gelegenheidscommentator bij Sporza. “Op mentaal vlak erg interessant. Want zowel de serveerder als het team dat de opslag moet verwerken, staan onder druk. Het zit allemaal nog in een ontdekkingsfase. Bij de vrouwen haalde het team uit Sneek verrassend vertrouwen uit de twee gewonnen bonuspunten. (Overigens, dit gebeurde in de derde set en dit was de eerste gewonnen fase waarbij die extra punten veroverd werden). Het heeft wel wat.”
Een beetje cijfermateriaal zorgt voor meer achtergrondinformatie. Bij de vrouwen werden zes bonussen aangevraagd tijdens de vier gespeelde sets. Twee keer kende de bonusfase succes, vier keer niet. Wanneer de confrontaties bij de vrouwen en de mannen opgeteld worden, komen we aan 5 gelukte bonussen op 13 verzoeken.
Bij de mannen - ze hadden blijkbaar aandachtig gekeken naar het duel bij de vrouwen - zat er al meer geladenheid in de nieuwe zoektocht naar extra punten. Set 1, 10-17: bonusaanvraag door Knack, meteen gevolgd door Orion op 11-17. Beide fasen mislukten. Set 2, 19-17 en nieuwe bonusaanvraag door de bezoekers uit België. Direct kwam er een time-out van de thuisploeg uit Nederland. In de derde set antwoordde Steven Vanmedegael ook met een time-out op de bonusaanvraag bij Orion. In set vier alweer twee bonussen vlak na elkaar. Overigens door Roeselare gewonnen. Het psychisch steekspelletje tussen de beide coaches kreeg dan toch extra impulsen. Opvallend: vooral wanneer Tom Koops - één van de enige Hollandse internationals die nog in Nederland volleybalt – bij het extra punt werd ingezet.
“Dit is een leuk event”, glimlacht Steven Vanmedegael met alweer een nieuwe trofee in zijn handen. “Het gaat erom dat de toeschouwers zo veel mogelijk kunnen genieten van een wedstrijd. En dat was hier duidelijk het geval. Dus de opzet van de organisatoren is meer dan geslaagd. Maar voor alle duidelijkheid: ik heb toch liever niet dat dit bonuspunt-systeem in onze competitie geïntegreerd wordt en men dit zal veralgemenen in het volleybal. Er moet eerst nog aan de regels gesleuteld worden. Want door een time-out aan te vragen, vlak na het verzoek voor een bonuspunt, valt de charme van dat extra punt helemaal weg. Onze assistent Marcin Nowakowski heeft vandaag beslist bij welke speler we het bonuspunt zouden inzetten. Puur op basis van de cijfers tijdens de match. Eerst koos hij voor Basil en Seppe, uiteindelijk viel de keuze op Pieter Coolman. Onze middenman stond sterk te serveren.”
We hoorden ook twijfels over de spanningsgraad bij dat bonussysteem. Op 12-23, eventjes een bonuspunt vragen en plots is de wedstrijd gedaan. Hoe zouden teams en toeschouwers deze bruuske afloop ervaren, wanneer men dit op 23-23 zou doen? Geen opbouw naar een trillend seteinde, waarbij de spanning ten top stijgt. Hoeveel sets zijn er in het verleden reeds geëindigd via 24-24 en hoger naar - zeg maar - 27-25 of 26-28. De supporters zitten dan op het puntje van hun stoel. Met dit systeem zou de geladenheid en de geestdrift eventueel kunnen wegvallen. De intensiteit en de opwinding waar elke sport naar op zoek is, kan daardoor in elkaar zakken.
“Ik ben superpositief”, reageert algemeen directeur Marie De Clerck. “De samenwerking met de Nederlandse organisatie was top. En dat de twee wedstrijden erg verdienstelijk door de Belgische teams gewonnen werden, is uiteraard leuk. Ik hoop dat deze positieve trend zal verdergezet worden tijdens de Conference BeNe competitie bij de mannen. De beide landen zullen elkaar ongetwijfeld beter leren kennen. Ik hoor toch dat de spelers ernaar uitkijken. Ik ben trouwens wel fan van het bonuspunt systeem. Innovatie moet altijd aangemoedigd worden. Deze ingrepen werden trouwens bestudeerd door een extern bedrijf. Er volgen zeker nog aanpassingen, want die microfoontjes bijvoorbeeld, dat moet ook kunnen. Het spelletje wordt daardoor transparanter. Open voor het publiek, dus zorgt het voor meer beleving en betrokkenheid.”
Asterix Avo heeft momenteel reeds twee bekers op zak: de supercup en de BeNe Cup. Zowel Knack Roeselare als Asterix Avo Beveren hebben nog drie trofeeën op de verlanglijst staan: de Belgian Cup, de beker als eventuele winnaar van de titelstrijd, en wie weet ook een Europese beker. De Belgische dominantie tijdens de BeNe Cup roept toch een paar vragen op. Wordt de talentenschool in Papendal een opleidingscentrum voor jonge Nederlandse topvolleyballers die meteen naar het buitenland gaan en blijven de anderen over om in de Hollandse competitie te volleyballen. Of zorgen deze confrontaties tussen België en Nederland dan toch voor de verhoopte kwaliteitsinjectie op sportief, commercieel en organisatorisch vlak?
Tekst: Walter Vereeck
Foto’s: Jan Vanmedegael