Elise van Sas: "Ik zit niet graag stil"
Ze heeft al vijf bekerfinales meegemaakt, maar pas nu lijkt Elise van Sas (27) echt doorgebroken te zijn in het volley. Met Asterix Avo Beveren staat ze op 2 maart opnieuw op het terrein in de bekerfinale. En morgen woensdag ontmoet ze in eigen zaal het onverwacht sterke Bevo Roeselare, dat de reguliere competitie op de eerste plaats beëindigde.
Asterix verhuisde door de nederlaag op de laatste competitiedag zelfs naar de derde plaats. Maar kijk, één speeldag verder staat het – door de onverwachte zege van Gent tegen Roeselare en de winst van Oudegem tegen Tchalou – opnieuw aan de leiding. Elise van Sas laat er haar licht over schijnen.
Waarom koos je dit seizoen opnieuw voor Asterix, hoewel je daar in het verleden vrij weinig aan spelen toe kwam?
Elise van Sas: “Ik speelde van 2013 tot 2015 inderdaad bij Asterix, maar je mag die periode niet vergelijken met de huidige situatie. Toen was ik de jongste van de ploeg, nu ben ik de oudste. Ik beschouwde die periode dan ook eerder als opleidingsgericht, terwijl er ook sterke spelverdeelsters op die plaats speelden. Als ik me goed herinner, kwam ik niet eens op het terrein tijdens de twee bekerfinales (2014 en 2015) die we toen wonnen.
Maar ik vond ook dat het tijd werd om meer ervaring op het terrein op te doen en ik kwam aan meer spelminuten toe bij Oostende en zeker bij Oudegem, waarmee ik drie bekerfinales haalde en er één won. Toen ik vorig jaar hoorde dat Charlotte Krenicky naar het buitenland vertrok en ik gevraagd werd door Asterix, aarzelde ik niet. Ik kwam trouwens altijd zeer goed overweg met trainer Kris Vansnick en ik heb me de overstap nog geen seconde beklaagd.”
De tussenstap naar Terville kreeg geen buitenlands vervolg…
“Ach, sportief ging het nog wel, maar louter en alleen leven voor het volley, zag ik niet zitten. Ik ben iemand die niet graag stil zit. Bovendien miste ik het samen zijn met mijn vriend.”
Veel ploegen zoeken naar een gestalterijke spelverdeelster omdat ze beter kan ingeschakeld worden in het blok.
“Een spelverdeelster is meer dan alleen iemand aan het blok. Het is meer dan dat: je kan ook de aanvalster op het verkeerde been zetten door jouw aanwezigheid. Het enige dat je kan veranderen in het volley is de opslag en het mentale aspect.”
Had je verwacht dat Gent kon winnen van Roeselare?
“Ik heb de beelden nog niet gezien, maar blijkbaar heeft Britt Fransen weer voor een knappe prestatie gezorgd. Bovendien had Gent met haar zesde plaats in het klassement weinig te verliezen en de komst van een nieuwe sponsor kan bijgedragen hebben tot een groter enthousiasme. Het bewijst ook dat we hen zeker niet mogen onderschatten in de bekerfinale en ons goed moeten voorbereiden. Een bekerfinale is altijd ‘alles of niets’. Geen terugmatchen.”
Speelt de bekerervaring en het spelen in het Sportpaleis mee?
“Op dat gebied hebben wij misschien een streepje voor. Het Sportpaleis is met geen enkele zaal in ons land te vergelijken. Het voordeel is dat er bij ons al veel speelsters die sfeer hebben meegemaakt, terwijl het voor de jongere speelsters wel iets heftigers wordt. Ik heb zowel in de Lotto Arena als in het Sportpaleis gespeeld en er met Oudegem mooie herinneringen aan over gehouden. Om te winnen, mogen we zeker niet onder ons basisniveau zakken.”
Bestaat dat gevaar bij het huidige Asterix?
“Ik vind dat het niveau nog beter kan. Vorig weekeinde wonnen we wel tegen Charleroi, maar ik vond dat er toch nog te veel individuele fouten gemaakt werden en dat we in het verdedigend aspect wel eens minder goed voor de dag kwamen. We waren niet altijd alert genoeg. Ik wil alleszins zelf kritisch blijven voor mezelf en trachten onze aanvalsters in een zo goed mogelijke positie te brengen. Ik wil ze comfort bieden en soms doe je dat met tactisch ingestudeerde nummertjes, maar soms ga je best af op het buikgevoel.”
Wat kan er bij Asterix nog beter en is deze ploeg sterker dan vorig jaar?
“Ik was er vorig seizoen niet bij, hé! Maar ik zie toch sterke speelsters nog beter worden. Iemand als Yana Wouters krijgt meer spelgelegenheid. Iemand met veel potentieel, maar ze moet nog veel bijleren. De ploeg moet zelf ook nog meer stabiliteit vertonen, zodat het vertrouwen in eigen kunnen toeneemt. Het mentale aspect kan nog beter en onze opslagen kunnen misschien nog harder worden, met het risico dat we meer fouten maken en dat mag ook niet.”
Kan je het volley goed combineren met een job?
“Ik werk drie dagen per week in een winkel in Mechelen. Ik heb wel andere studies gedaan, maar om in die branche werk te vinden, is moeilijk. Zeker als je zoals ik nog wel enkele jaren de klemtoon wil leggen op het volley. Europees volley, intensieve stages en wedstrijden met de Yellow Tigers. Plus, ik ben dichter bij mijn vriend.”
Welke ambities heeft Elise van Sas nog in het volley?
“Dit seizoen wil ik zeker nog de beker en de titel winnen. De contractverlengingen voor volgend seizoen zitten in de goede richting. En ja, de Olympische Spelen halen, wil wel elke speelster. Daarom zijn de komende jaren belangrijk om via de wereldranglijst zo hoog mogelijk te eindigen.”
Tekst: Marcel Coppens