Arno Van de Velde: “Een bekerfinale in het Sportpaleis went nooit”

23/02/2025

Elke finale is bijzonder, zeker als je die mag spelen in het kolkende Sportpaleis. Voor Arno Van de Velde krijgt deze bekerfinale echter nog wat extra glans: hij staat voor het derde jaar op rij met Menen oog in oog met Roeselare, precies de club waar hij als jonge middenman ooit definitief doorbrak en maar liefst vijf bekers mee won.

Intussen is Van de Velde 29 en een stuk rijper, maar zijn kennis over de tactische en mentale sterktes van de West-Vlaamse topfavoriet kan zondag wel eens doorslaggevend zijn. Bovendien bewees Menen dit seizoen al twee keer dat het Roeselare kan kloppen. De underdog gelooft dus in een stunt, maar kan Van de Velde zijn ervaring benutten om Menen eindelijk aan die eerste historische bekerwinst te helpen?

Voor Arno Van de Velde heeft het Sportpaleis weinig geheimen. De ervaren middenman staat er zondag opnieuw met Menen, ondertussen al voor de derde keer op rij. Hoewel hij in het verleden bij Roeselare volop successen vierde, weet hij maar al te goed hoe moeilijk het is om zijn ex-club te verslaan. Toch is het geloof in een historische stunt groter dan ooit. Met zijn maturiteit, zijn vermogen om het hoofd koel te houden en zijn diepgaande kennis van de tactische keuken van Roeselare, kan Van de Velde wel eens de sleutel worden in de jacht op een allereerste beker voor Menen.

Je zit al aan een derde bekerfinale op rij, nog maar eens tegen de toppers uit Roeselare. Kan je nog verrast worden door deze affiche?
Arno Van de Velde: "Het blijft bijzonder. Voor een club als Menen is drie opeenvolgende bekerfinales een serieuze prestatie. Je merkt dat de supporters en spelers meer willen dan ‘erbij zijn’. Ze dromen stilaan van een stunt. Dat is begrijpelijk, want we hebben begin dit seizoen al laten zien dat we Roeselare kunnen kloppen. Maar een finale in het Sportpaleis is toch iets anders. Daar komen zoveel extra factoren bij kijken. We hebben een ploeg met veel potentieel, maar dat biedt geen garanties. Alles moet klikken op het juiste moment."

Jullie wonnen begin dit seizoen nog van Roeselare, onder andere in de Supercup. Heeft dat invloed op deze finale?
"Dat bewijst dat het kan. We hebben ze zowel in de Supercup als in de competitie begin dit seizoen verslagen. Maar Roeselare is een ploeg die zich snel aanpast en tactisch ijzersterk is. Ze blijven rustig, ook als het even tegenzit, en kunnen tijdens een wedstrijd razendsnel schakelen. In een finale moeten we dus niet alleen goed starten, maar vooral blijven volhouden. Ze rekenen erop dat hun tegenstander uiteindelijk fouten maakt. We moeten kalm blijven en ons niet laten meeslepen in hun spel."

Wat maakt een bekerfinale zo uniek?
"De sfeer. Je kan je nog zo goed voorbereiden, maar dat eerste moment wanneer je het veld opstapt en die duizenden fans ziet en hoort, blijft onbeschrijfelijk. Als speler sta je letterlijk in een donkere tunnel te wachten, en je voelt de spanning door het hele lichaam gieren. Het is een beetje te vergelijken met een artiest die voor een uitverkochte zaal opkomt. Pure adrenaline. Maar het is ook gevaarlijk, want als je meegaat in die emoties, kan je jezelf verliezen. Daarom is focus zo belangrijk. Je moet het spel zien als eender welke andere wedstrijd, al is dat makkelijker gezegd dan gedaan."

Je kent Roeselare door en door. Hoe moeilijk is het om hen te kloppen in een finale?
"Extreem moeilijk. Ze hebben zoveel ervaring en blijven kalm in elke situatie. Als wij een kans krijgen, moeten we die meteen grijpen. Anders zijn we eraan voor de moeite. We moeten vooral hun opslagdruk onder controle houden en efficiënt zijn in onze side out. Roeselare is het soort ploeg dat elk klein foutje meteen afstraft. Als wij panikeren of onnodige risico’s nemen, weten zij daar perfect gebruik van te maken."

Jullie grepen naast de BeNe Conference. Hoe groot was de teleurstelling en zit die nog in de ploeg?
"Dat was een mentale opdoffer, zeker omdat het zo nipt was. We hadden misschien ergens gedacht dat we het makkelijker zouden halen. Maar ploegen als Waremme en Antwerpen waren extra gemotiveerd om tegen ons punten te pakken, en wij waren net iets te wisselvallig op cruciale momenten. Onze ziekenboeg speelde ook een rol. Onze spelverdeler (Akseli Lankinen) lag met griep in bed, enkele spelers vielen ziek uit en dat maakte het niet makkelijker. Maar uiteindelijk waren de andere teams ook gewoon beter op de beslissende momenten.”

Je bent 29, in de bloei van jouw carrière. Hoe kijk je naar jouw toekomst?
"Ik ben tevreden met de keuzes die ik gemaakt heb. Ik heb in het buitenland gespeeld, titels en bekers gewonnen bij Roeselare, en nu al drie jaar een mooie tijd bij Menen. Het buitenland? Als er een interessante kans komt, zal ik erover nadenken. Maar ik heb ook een gezin en een job naast het volleybal. Ik werk in de sector van ramen en deuren, in het bedrijf van de schoonvader van mijn goede vriend Sander Depovere (Studio Frank). Dat is iets waar ik op lange termijn in wil blijven groeien.”

Je bent aan het einde van het seizoen einde contract. Al iets beslist?
“Voorlopig ligt mijn focus volledig bij Menen. Mijn contract loopt inderdaad af, maar ik heb een akkoord om te blijven. Ik voel me hier goed en de club past bij mij. Het familiale karakter en de sfeer.”

Ligt er nog een toekomst voor jou bij de Red Dragons. Je stond jaren in de schaduw van toppers als Pieter Verhees en Simon Van de Voorde… Wij dachten dat het al lang jouw tijd moest zijn. Was het een moeilijke keuze om afscheid te nemen?
"Ja en nee. Het was een beslissing die ik niet zomaar nam, maar die eigenlijk heel logisch was. Ik voelde fysiek en mentaal dat het moeilijk werd om telkens die lange zomers mee te pikken, zeker toen ik met een schouderblessure kampte. Na het EK van drie zomers geleden in Polen wist ik eigenlijk al dat het voorbij was. Er waren jongens zoals Wout D'Heer en Lennert Van Elsen, talentvolle gasten die er aan zaten te komen. Ik had het gevoel dat ik eerder een hindernis voor hen zou zijn, terwijl zij klaar waren voor de volgende stap. Dan maak je ruimte."

Hoe kijk je terug op je periode als Red Dragon?
"Met een goed gevoel en vooral zonder spijt. Ik heb prachtige zomers meegemaakt, geweldige avonturen beleefd, en vriendschappen gesmeed voor het leven. Vooral de sfeer met gasten als Tomas Rousseaux zal ik nooit vergeten. Natuurlijk, ik ben altijd een beetje die eeuwige nummer drie geweest, achter toppers als Verhees en Van de Voorde, maar ik heb altijd mijn best gedaan en mijn rol aanvaard. Dat is ook topsport."

Volg je de nationale ploeg nog?
"Natuurlijk, ik blijf supporter. Ik ben blij te zien dat jonge gasten hun kans grijpen. Misschien had ik graag nog één zomer samen met Tomas gespeeld, maar door blessures en corona liep dat anders. Achteraf gezien is alles perfect verlopen: ik geniet nu volop van mijn gezin en mijn werk. Er is een nieuw hoofdstuk begonnen, en daar voel ik me helemaal goed bij."

Dan zou een eerste bekerzege met Menen de absolute kers op de taart zijn. Wat is de sleutel om Roeselare te kloppen?
"Onze foutenlast beperken en vooral kalm blijven. Roeselare gaat sowieso pieken op de juiste momenten, dat moeten we incalculeren. Maar als wij onze kansen niet afmaken, grijpen ze die met beide handen. We gaan ook een stevige supportersschare achter ons hebben. Er komen meer dan 800 Menen-fans mee, en dat geeft altijd een boost. De bussen zullen al opgewarmd aankomen, dat kan ik je verzekeren."

Tekst: Kenny Hennens

Top