De eerste wedstrijden in de Belgische competitie zijn bij Greenyard Maaseik niet verlopen volgens het verhoopte scenario. De oorzaak ligt voor de hand. Het jonge en sterk vernieuwde team moest zich aanpassen. Na een korte voorbereiding, waarin diverse spelers ontbraken wegens hun drukke verplichtingen bij de verschillende nationale teams, stond coach Pavel Woicki - ook een nieuw gezicht aan de Maas - voor de uitdaging om snel de juiste automatismen te vinden.

Na een aarzelende start tonen de recente prestaties een veelbelovende evolutie. Vooral de knappe bekeroverwinning tegen Leuven stuwt het vertrouwen binnen de ploeg aanzienlijk omhoog. “Maar de overwinning tegen Waremme was ook belangrijk, hoor”, merkt Pavel Woicki op. “In Leuven weten ze hoe ze moeten samenspelen. Dat team is al een tijd bij elkaar. Dat zie je. Ook in Waremme is het nooit gemakkelijk om te winnen. Voor Maaseik is elke wedstrijd belangrijk. Elke confrontatie biedt nieuwe mogelijkheden om sterker te worden en te leren. Ons team is jong, de jongens moeten zich altijd voluit smijten. Ze moeten zich iedere keer bewijzen op training en in de wedstrijd. In topsport is het elke dag overleven.”

Woensdag neemt Maaseik het op tegen SCM Universitatea Craiova, een ex-team van Juan Ignacio Finoli. De Argentijnse setter was elf jaar geleden al actief bij het toenmalige Noliko Maaseik, toen met Wout Wijsmans als ploegmaat en Thierry Courtois als clubmanager. Met zijn ervaring moet Finoli de jonge garde richting maturiteit en successen loodsen.

Van Pavel Woicki wordt hetzelfde leiderschap verwacht. De Poolse trainer-coach heeft eerder samengewerkt met clubicoon Vital Heynen bij het nationale team van Polen, bij de Duitse volleybalvrouwen en met de talenten van de U21 in China. Maar dat was niet de hoofdreden om hem naar België te halen. Zijn uitstekende staat van dienst overtuigde het bestuur van Maaseik om een succesvolle samenwerking op te starten.
“De samenwerking met Vital heeft mijn visie zeker beïnvloed,” vertelt Pavel Woicki. “We denken op veel vlakken hetzelfde over volleybal. Wat me in België opvalt, is de passie en de bereidheid om te groeien. Individueel en als team. Daarvoor moet je veel opofferen. Hoe ik mijn ideeën overbreng – over tactiek, motivatie, groepsdynamiek, of over het leven als prof – dat moet je aan de spelers vragen. Ik geef advies, ik begeleid, maar zij moeten elke dag beter willen worden. Dat is hun taak.”

“De Belgische competitie vind ik trouwens erg interessant”, vervolgt de Poolse trainer-coach. “Zoals ik reeds zei, het is iedere keer overleven. En vooral elke mogelijkheid benutten om je beste kwaliteiten te tonen en te verbeteren. Dat geldt voor doelen op korte termijn, zoals de Europese match van woensdag. Maar ook over ‘long-term goals’. De concurrentie is sterk. Roeselare is echt een ‘high quality team’. De halve finales van de ‘Lotto Cup’ zullen daarom ook een bijzondere uitdaging zijn.”

Tekst: WV
Foto: Marc Marcelis