Het is haast onmogelijk om voorspellingen te doen in verband met de eindrangschikking in de Lotto Volley League. Pas na het razend spannende slotweekend kennen we eindelijk de vier Belgische clubs die in aanmerking komen voor de BeNe Conference competitie. De posities schuiven voortdurend. Elke week springt het ene topteam over het andere. De sensatie en de nervositeit waren zelden zo nadrukkelijk in beeld.

“Die plaats in de top vier, maar ook de bekerfinale op 2 maart, verdienen we op basis van ons uitstekend seizoen”, stelt Jelle Sinnesael onomwonden. “We bouwen op naar nieuwe sportieve hoogtepunten, want als we iets kunnen doen tegen Knack Roeselare, dan is het wel nu.”

Met deze straffe uitspraak van de assistent-coach, (die nu al een paar weken opnieuw zijn korte broek aantrok, om het team eventueel te depanneren na de blessure van middenspeler Jasper Verhamme), zitten we meteen bij Decospan Menen. De grensploeg beleeft een boerenjaar. Dat verdient een uitgebreid gesprek met de drie bestuursleden, die samen met voorzitter Pierre Vandeputte, een aantal jaar geleden het initiatief namen om de club nieuwe impulsen te geven.

Het resultaat mag gezien worden. De sporthal is ondertussen prachtig vernieuwd. Vanaf het moment dat je de inkomhal binnenstapt, voelt alles meteen aan als een warme uitnodiging om in ‘Vauban’ een fantastische avond te beleven. Sportief loopt het wonderwel vlotjes. Ze menen het in Menen. Dit jaar werd de supercup veroverd en het groen-zwarte team pakte zelfs een tweede prestigezege tegen de goede buren uit Roeselare. In de CEV Challenge Cup werd de kwartfinale bereikt. De kers op de taart is ongetwijfeld het behalen van de ‘Belgian Cup Final’. De derde bekerfinale op rij. Opnieuw met Roeselare als tegenstander. En dan moeten de play-offs nog beginnen.

Benoit Deny, algemeen manager, Bart Gryson, administratief manager en Peggy Clerick, operationeel manager, zien de ontwikkelingen bij Menen positief evolueren.

“Bedankt om Menen mee in de schijnwerpers te zetten. Het volleybal heeft dringend meer persbelangstelling nodig om - als sport - nog groter te worden. Het nieuwe bestuur heeft een aantal jaren geleden de schouders onder het nieuw project gezet. Daardoor werd het voortbestaan van topvolleybal in Menen gewaarborgd. Dat deden we uit respect voor onze spelers en medewerkers, de sponsors en de supporters. Er waren geen schulden of zo. De club was gewoon aan vernieuwing toe.

Na een overgangsjaar en de steun van de stad bij de renovatie van onze sporthal Vauban, zijn we begonnen aan een nieuw hoofdstuk binnen de clubgeschiedenis. Samen met onze nieuwe coach Julien Lemay, die zijn eerste (Gulden) sporen bij Balti Kortrijk verdiende.

Met deze West-Vlaamse club werken we regelmatig samen. (Mathieu Vanneste - ook al volop in revalidatie na zijn zware blessure - zal trouwens tot het einde van dit seizoen het eerste nationaleteam uit Kortrijk trainen en coachen, red.) In alle vriendschap hebben we vorig jaar afscheid genomen van trainer-coach Frank Depestele. Hij heeft ons jarenlang goed op weg geholpen. Nieuwe uitdagingen, daar hunkerde iedereen naar.

De energie om de sportieve groei te verwezenlijken komt van het team. We willen met z’n allen naam en faam maken met onze club. Uiteraard komt een budgetverhoging regelmatig ter sprake. Groeien kost geld. We zijn volop bezig met de ploeg voor volgend jaar uit te bouwen. We zijn fier dat we nu reeds de contractverlengingen van Mathäus Jurkovics (+1 jaar) en Akseli Lankinen (+2 jaar) mogen aankondigen.”

Europese Challenge Cup, de strijd voor een plaatsje in de BeNe Conference, de aanloop naar de Belgische bekerfinale, het is behoorlijk veel.
“Het is goed geweest met ons Europees volleybal. Met de kwartfinale in de CEV competitie hebben we het maximum bereikt. Het was een interessante belevenis en het zal woensdag een mooi en logisch einde kennen tegen Sporting Lissabon.

Nu blikken we opnieuw vooruit. Het kersverse BeNe-initiatief en de lancering van de strijd tussen de beste vier teams uit België en Nederland willen we absoluut niet missen. Alleen al voor het prestige willen we erbij zijn. De volleyballiefhebber in onze streek staat wellicht niet te wachten op een nieuw duel tegen een Belgische club die onderaan bengelt. Dan zijn de nieuwe namen uit Nederland - weliswaar met de factor afstand - gewoonweg verfrissend. Hoe het allemaal organisatorisch en commercieel zal ingevuld worden, moeten we nog bekijken.”

Het klinkt zeer veelbelovend: nieuw bestuur, nieuwe trainer-coach, nieuw elan, nieuwe ambities.
“Wij willen een club worden die op regelmatige basis - liefst ieder jaar - bij de eerste drie eindigt. In Menen werd reeds jarenlang een reputatie opgebouwd. We hebben de ambitie om die vermaardheid en die goede naam in stand te houden. Geen enkel team mag met plezier naar Menen komen. We willen de luis in de pels zijn van alle ploegen die bij ons komen volleyballen. Ons doel is om de respectvolle stoorzender te worden van de Liga, geen eendagsvlieg.”

Die aspiraties kunnen reeds gerealiseerd worden tijdens de bekerfinale tegen Knack Roeselare.
“We hebben onze buren uit Roeselare - akkoord, dat was in het begin van het seizoen - reeds tweemaal geklopt. Geen twee zonder drie. Waarom zouden we deze uitdrukking niet hoopvol durven uitspreken? We hebben een gezond streefdoel, met een even gezond realisme. Laat ons stellen dat de ‘Cup Final’ dit jaar nog harder leeft bij het team en bij de supporters. We herhalen graag de uitspraken van de vorige jaren. Het dak van het Sportpaleis is blauw. Het moet eraf. Wij maken het binnenin helemaal groen. Ik vermoed dat we met een hele buskaravaan en zowat 700 supporters paraat zullen zijn in Antwerpen. Ook op de Grote Markt van Menen zal groen de hoofdkleur worden. En een after party komt er sowieso.”

Tekst: Walter Vereeck