Lieve De Schutter: "Als teambegeleider heb je een dienende rol"

24/05/2025

Ze heeft drie dochters, die ze steeds gevolgd heeft bij alle ploegen waarin ze speelden. Mettertijd volgde daar de begeleiding bij van sommige buitenlandse ploegen tijdens internationale wedstrijden in België, tot ze zelfs de vraag kreeg of ze eventueel ook de campagnes van de Yellow Tigers wilde begeleiden.

“Je rolt in die functie nadat ik al meer dan tien jaar meewerkte aan allerlei organisaties met de nationale ploeg,” vertelt Lieve De Schutter, in het volleywereldje ook bekend als mevrouw Juwet, de echtgenote van de huidige voorzitter Volley Belgium en de ondervoorzitter van CEV, de Europese Volleybalfederatie.
“Als je zulke beslissing neemt, moet je je ook afvragen of alles past in mijn werkschema, want ik werk nog wel. Ik ben actief bij Multipharma, een bedrijf in de apothekerswereld, waarbij ik IT-opleidingen en ondersteuning geef aan de apothekers en ze allerlei info en documentatie doorgeef. Maar vermits de Yellow Tigers na een voorbereidingstoernooi tegen Spanje in Murcia, vanaf 1 juni naar China, nadien naar Turkije en tenslotte naar Nederland vertrekken in het kader van de VNL-competitie, heb ik besloten om verlof zonder wedde te nemen. Met de toestemming van mijn echtgenoot.” (lacht)

Je wordt dan ook een beetje beschouwd als de ‘mama’ van de ploeg… Waaruit bestaat jouw taak eigenlijk?
“Verschillende ouders zijn ook wel blij dat er een vrouw met enige levenservaring meegaat met de groep.
Ik moet ter plaatse in het buitenland en ook vooraf zorgen dat alles er goed geregeld is en afgestemd met de lokale organisatoren, dat de verplaatsingen naar het hotel en de zaal kloppen, eventueel trachten te bekomen dat het trainingsschema aangepast wordt op vraag van de coach, ervoor zorgen dat de was en de plas tijdig gedaan wordt, de dokter en de kinesist bijstaan, voedingsafspraken maken met de cateraar en dergelijke.

Sommige mensen wensen me een goede vakantie toe, maar ik heb daar hoegenaamd geen tijd voor. Maar ik voel me fijn in deze polyvalente duivel-doet-al rol.

Ik heb trouwens een enorme bewondering voor de speelsters en de staff, want zij zijn echt 24 uur op 24 betrokken en bezig met de ploeg. Na de match analyseren ze nog alle gegevens en worden er beelden bekeken van de volgende tegenstander, terwijl de speelsters moeten zorgen dat ze in een optimale conditie zitten. Als ik ergens iemand taken uit de handen kan nemen in het voordeel van de ploeg, doe ik dat. Als teambegeleider heb je een dienende rol, maar daar voel ik me goed bij.”

Met welke problemen heb je soms af te rekenen?
“Je moet in zulke internationale toernooien wel eens opboksen tegen de bureaucratie. Het FIVB of CEV moeten jou informatie aanreiken, met ondersteuning van de mensen binnen Volley Vlaanderen, maar dat kan soms pas als alle deelnemende teams aanwezig zijn. Op het EK enkele jaren geleden in Gent, heb ik Sabine Neukermans in de voorbereiding geholpen. Daarnaast was ik verantwoordelijk namens de CEV voor de hele logistiek in de voorbereiding voor het internationaal CEV-congres in Brussel. En bij zulke manifestaties merk je dan ook hoe sommige zaken plots kunnen veranderen. Je moet dus erg flexibel zijn en dus begrijp ik ook dat er soms wel eens iets kan mislopen.”

Het is voor iedereen ook een bijzonder lange periode. Is het niet te veel op korte periode, zeker voor de speelsters?
“Na het oefentoernooi in Murcia, volgt het VNL-toernooi in China, één week België, dan trekken we naar Turkije voor een nieuwe VNL-week, dan weer twee weken later naar Apeldoorn in Nederland, begin augustus nog enkele EK-kwalificatiewedstrijden en dan via een oefenkamp in Slovenië naar het WK in Thailand.

Een lange periode, dat wel, maar we blijven ook in beweging. Trainers en speelsters komen met het volley op een hoog niveau in aanraking en daar worden ze enkel beter van. Als ik dan de geselecteerde speelsters van de nationale ploegen vergelijk met andere niet-geselecteerde speelsters die na een vrijwel volleyloze periode tijdens de vakantiemaanden moeten hervatten in hun club dan kan het niet anders dat ‘onze’ speelsters beter terugkeren uit competities, waar ze op hoog niveau hebben getraind en gespeeld.”

Moet je soms ook niet optreden op het mentale vlak als het wat minder goed gaat?
“Ik maak deel uit van de staff. Maar wees gerust: deze groep hangt heel goed aan mekaar en ze zijn best in staat om mekaar er door te helpen als het al eens een keertje wat minder gaat. Soms zijn speelsters wel eens minder gelukkig als het om hun individuele prestaties gaat. Maar als ik dan zie hoe sterk sommigen mentaal zijn, dan vind ik dat zalig. Anderen hebben af en toe een schouderklopje of een luisterend oor nodig. Niks mis mee.

Er zijn ook meisjes bij die ik leren kennen heb in de jeugdeindrondes van onze competities en als je dan ziet hoe die na zovele jaren en volgehouden inspanningen geëvolueerd zijn tot Yellow Tiger, dan vind ik dat uitermate knap. Ik kan ervan genieten als ik ook hun ontwikkeling meemaakte van jong meisje tot volwassen vrouw.”

Zo veel echt jonge speelsters kom je niet tegen bij de Yellow Tigers.
“Daar zou je nog van schrikken. Als ik de teams van Italië of Turkije bekijk, dan is de gemiddelde leeftijd daar 28/29 jaar. Bij onze Yellow Tigers is Nathalie Lemmens met haar 29 jaar de oudste. Een schitterende madam, die dit jaar trouwens een mooie transfer naar Italië versierde. Ook andere Yellow Tigers kunnen terugblikken op een sterk buitenlands seizoen.”

Wat zal jouw eerste taak zijn als je in China aankomt? Vital Heynen beklaagde zich b.v. over het ontbreken van kaas…
“We gaan zeker geen bol kaas meezeulen (lacht). Ik wil er in de eerste plaats voor zorgen dat alle noodzakelijke paparassen en lokale afspraken in orde zijn. Je kan daar immers niet zo maar vrijblijvend op het internet en je moet daar dus een lokaal abonnement afsluiten om een degelijke en vlotte communicatie met Europa te krijgen. Ik veronderstel dat Kris Vansnick er het sportieve nieuws over maakt aan de media.

En voor het overige eten we wat de pot schaft, zo lang daar maar tegemoet gekomen wordt aan alle mogelijke allergieën of intolleranties. En als het ons niet bevalt, gaan we onderhandelen met de lokale organisatie om eventueel een pot choco te kopen of wat bananen. Maar die kans is klein, vermits we gelogeerd worden in internationale en degelijke hotelketens.”


Tekst: Marcel Coppens

Top