Basil Dermaux: “Dit is het moment om te tonen waar we echt staan”
In Roeselare weten ze het al langer: als het echt moet, staat Basil Dermaux op. Vorig seizoen was hij nog de sluipschutter die de titelstrijd besliste in de play-offfinales tegen Haasrode Leuven. Deze zomer leek hij klaar voor een nieuw hoofdstuk in het buitenland — Italië en Polen lonkten — maar nieuwbakken hoofdcoach Matthijs Verhanneman moest hem zelfs niet overtuigen om te blijven.
Intussen is de 22-jarige opposite bezig aan zijn tweede topseizoen op rij bij Knack en komt er een cruciaal drieluik aan: de heenwedstrijd van de halve finale van de Beker van België tegen Maaseik, tussendoor de topper tegen VHL om daarna de Champions League te openen bij Galatasaray.
Hij is pas 22, geboren in Izegem en samen met zijn vriendin neergestreken in Roeselare, maar Basil Dermaux is al lang geen belofte meer. Afgelopen weekeinde was hij tegen Guibertin – ondanks een halve B-ploeg bij Knack – weer topschutter, een bevestiging van zijn status als één van de dragende krachten van de kampioen. Opmerkelijk: precies nu alles in een stroomversnelling lijkt te komen, straalt Dermaux rust uit. Maar onder die kalmte schuilt een ambitieuze drive. Fysiek sterker, mentaal stappen gezet en uitgegroeid tot een speler die een team mee door de storm loodst. Het perfecte moment dus voor een open gesprek met de belangrijkste Belgische hoofdaanvaller op het hoogste Europese niveau.
Basil, veel mensen zeggen dat je het stadium van talent voorbij bent en de Belgische competitie overstijgt. Voelt dat voor jou ook zo?
Basil Dermaux: “Overstijgen is misschien een groot woord, maar ik voel wel dat ik een belangrijkere positie heb in vergelijking met vorig seizoen. Ik speel met meer maturiteit, meer verantwoordelijkheid. Vorig jaar had ik al dat vertrouwen, maar nu verwacht de club echt dat ik stabiliteit breng in moeilijke fases. Dat voel je als speler: dat één blik naar onze setter genoeg is om te weten dat de bal naar mij komt. Nu ja, Stijn D’Hulst is ervaren genoeg om aan te voelen hoe en wanneer hij mij moet aanspelen, dat helpt natuurlijk ook wel. “
Kenners noemen jou veruit de beste opposite in de Liga. Heb je het gevoel dat er nog rek op zit?
“Fysiek zeker. Ik ben sterker dan vorig jaar, maar ik ben nog lang niet op mijn plafond. Explosiviteit, kracht, opslagdruk: daar kan ik nog veel stappen zetten. En dat is net leuk: ik voel dat ik nog veel te winnen heb en net daarom wil ik mij dit seizoen opnieuw bewijzen in de Belgische competitie.”
Er werd gefluisterd dat je deze zomer heel dicht bij een transfer stond. Hoe concreet was het?
“Ja, er was interesse uit Italië en Polen, maar het is niet zo dat ik echt heb getwijfeld om de stap te zetten. Ik heb sowieso nog een contract voor twee jaar bij Roeselare en voelde dat ik me nog verder wilde ontwikkelen in België. Mijn focus lag vooral op mijn eigen groei en het project hier. Het was niet zo dat de ploeg of de coach me specifiek moest overtuigen om te blijven. Ik voel gewoon dat dit seizoen het juiste moment is om verder te bouwen."
En dan was er coach Verhanneman. Wat heeft hij precies gedaan of gezegd?
“Hij is rustig gebleven, zoals steeds. Natuurlijk gaf hij me wel het gevoel dat hij me absoluut niet wilde verliezen. Dat hij mij ziet als één van de pijlers van zijn project. Dat doet iets met je, zeker als het komt van een icoon dat je al jaren hebt bewonderd. Hij heeft me zeker niet onder druk gezet.”
Is dit dan je laatste seizoen in België?
(lacht) “Die vraag ga ik dit seizoen nog heel vaak krijgen, zeker… Maar eerlijk? Ik laat het open. Ik heb nog een contract voor twee seizoenen, zonder specifieke clausule. Uiteraard droom ik van Italië of Polen. Alleen: ik wil vertrekken op het juiste moment, niet halverwege mijn ontwikkeling.”
“Die nederlaag tegen Maaseik:
dat heeft ons allemaal harder geraakt dan we hadden verwacht.”
Jullie begonnen de competitie vlekkeloos, tot Maaseik jullie onverwacht een eerste nederlaag aansmeerde. Het werd 3-1 in de Steengoed Arena. Is dat hard aangekomen?
“Meer dan we zelf hadden verwacht, ja. Al vond ik bijvoorbeeld ook dat we wedstrijd daarvoor tegen Aalst (3-1-zege) ook al te laks waren en in Maaseik gebeurde precies hetzelfde. Zij grepen die momenten, wij niet. Serverend speelden ze een bijna perfecte match. Niemand van ons had verwacht dat we daar zouden verliezen, dat maakt de klap groter.”
Trekken jullie daarom extra geladen richting de halve finale van de Beker van België?
“Ja, we zijn gebeten. Dat voel je op training ook: alles is scherper, intenser. De coaches verwachten meer detailwerk, meer discipline. De vibe is anders dan begin oktober. Die nederlaag hangt ergens in het achterhoofd en dat moet ook. We willen een statement maken.”
Hoe is jouw relatie met coach Matthijs Verhanneman veranderd nu hij niet meer ploegmaat maar trainer is?
“Eigenlijk voelt dat heel natuurlijk. Matthijs was als speler ook al half-coach. Zeker op het einde van vorig seizoen, toen hij geblesseerd was, stuurde hij bij. Hij bracht rust, dacht tactisch. Nu doet hij hetzelfde, maar dan met duidelijke lijnen. Hij wordt misschien minder snel kwaad dan Steven Vanmedegael destijds, maar hij is minstens even streng in zijn principes. Hij is rustig, maar alles moet kloppen. En dat werkt voor deze jonge kern.”
Wat verwacht hij concreet van jou?
“Dat ik verantwoordelijkheid neem. Dat ik op de momenten waarop de wedstrijd kantelt, beschikbaar ben. En dat ik durf: durven serveren, durven beslissen, durven claimen. Dat is een rol die ik graag opneem, ook al moet ik daarin zeker nog groeien.”
Wat verwacht je van de heenwedstrijd van de halve finale?
“Een heel intense match. Tegen Maaseik hangt er altijd spanning in de lucht, zelfs al spreek je het niet uit. Maar we moeten vooral naar onszelf kijken: stabiel blijven in de moeilijke fases. Niet wachten tot het te laat is. In een tweeluik heeft elke set een gigantische waarde.”
Waar ligt volgens jou de sleutel?
“Opslag–receptie, zoals altijd. Maar ook mentale rust. Maaseik leeft van momenten. Als je hen in twijfel brengt, kunnen ze wankelen. Maar als zij beginnen te vlammen en je laat hen lopen, dan is het heel moeilijk om terug te keren. Het wordt vooral een test van stabiliteit.”
Enkele dagen later volgt dan op zaterdagavond de topper tegen Haasrode Leuven en volgende week openen jullie de Champions League bij Galatasaray. Het wordt knallen. Wat verwacht je daarvan?
“Geen idee, want ik heb nog nooit tegen een Turkse ploeg gespeeld. Letterlijk en figuurlijk vuurwerk zeker? Een kolkende zaal, Turkse passie en een ploeg die ongelooflijk fysiek speelt. Maar dat maakt het net top.”
En dan bestaat jullie groep ook nog uit het Poolse Bogdanka Luk Lublin met misschien wel de beste speler ter wereld Wilfredo Leon en die andere Turkse topper, Halkbank Ankara. Is het realistisch om door te stoten naar de volgende ronde?
“Waarom niet? Lublin is sterk, Ankara behoort tot de Champions League-favorieten… Maar wij hebben zeker ook kwaliteiten. Onze sleutelwedstrijden zijn Galatasaray en Lublin. Of er een verschil is tussen thuis en uit? Nee, we willen ook buitenshuis voor de verrassing en de zege gaan. Als we bij één van die twee kunnen stunten, ligt alles open. En anders willen we sowieso richting de CEV Cup. Dat is een realistisch en mooi doel. Er worden nog regelmatig verhalen verteld over de verloren finale in 2023. Je merkt dat dit nog steeds hard leeft binnen de club.
”Wat geeft de Champions League extra voor jou?
“Het niveau. Je ziet daar wat topvolley echt is: power, snelheid, tactiek… En zoiets neem je bijvoorbeeld mee naar de Red Dragons, naar de competitie, naar de carrière. Op dit hoogste toneel op clubniveau leer je zoveel bij, omdat je gewoon indrukken opdoet die in de Belgische competitie onbestaande zijn.”
“Het is mijn droom om VNL te spelen”
Ben je zelfbewuster geworden van je leidersrol?
“Ja. Misschien sneller dan ik had gedacht. Maar ik ben er klaar voor. Ik ben rustiger, stabieler, ik kan wedstrijden beter lezen. En dat is nodig in deze jonge ploeg. Nu Matthijs onze coach is, is er een pak ervaring weggevallen. En in het begin van dit seizoen was Pieter Coolman out met een blessure… Dan voel je toch dat er vaker naar Mathijs Desmet en mezelf wordt gekeken. Nu goed, dat is ook onze rol, dus aan ons om die verantwoordelijkheid op te nemen.”
Je zat deze zomer opnieuw bij de kern van de Red Dragons, maar bleef in de schaduw van Ferre Reggers. Niet onlogisch, want ondertussen laat Reggers zien dat hij bij de beste opposites ter wereld hoort. Hoe heb je het WK en de aanloop daarnaar beleefd?
“Ik vond het een geweldige ervaring en heb keihard gewerkt, ook al wist ik dat niet veel aan spelen ging toekomen. Wat ik heb bijgeleerd? Veel. Het niveau op het WK was zo hoog. Ik heb fysiek heel veel bijgeleerd. Het is mijn droom om VNL te spelen, maar ik moet realistisch blijven. Wat misschien in mijn voordeel speelt, is dat het een loodzware zomer zal worden en de bondscoach vermoedelijk toch zal moeten roteren. Maar vroeg of laat wil ik die stap zetten.”
En nu komt een reeks topwedstrijden. Hoe kijk je daarnaar?
“Met enorm veel goesting. De beker, Champions League, competitie… dit is precies waarom ik dit seizoen nog in Roeselare wilde blijven. We hebben een jonge, ambitieuze kern. Dit is het moment om te tonen waar we echt staan.”
Tekst: KH
Foto’s: Knack Roeselare